· 

Hoe de bonden de boot hebben gemist

“Ik ben van mening dat, zolang vrouwen niet in voldoende mate deel uitmaken van een vakvereniging en/of daarin niet in voldoende mate een aantal hoge functies op beslissingsniveau vervullen, een vakvereniging niet snel de noodzaak zal inzien van het opnemen van een positief actieplan in een Cao ten gunste van vrouwen die zij toch niet vertegenwoordigt.”

 

Dit is een citaat uit mijn scriptie, ‘Eerlijk moeten we alles delen’ uit mei 1989. Nu, dertig jaar later, kan ik niet anders dan concluderen dat ik een vooruitziende blik heb gehad. Helaas!

 

Het heeft te lang geduurd voordat vrouwen op beslissende posities terecht kwamen. De FNV heeft haar best gedaan. Het CNV bleef hopeloos achter. Zelf werd ik in 1995 de tweede vrouwelijke vakbondsbestuurder bij de Vervoersbond CNV. Het bestuur van CNV Vakmensen, waarmee de Vervoersbond is gefuseerd, heeft nooit een vrouw in haar gelederen gehad. Ik ben ervan overtuigd dat herkenbaarheid meer vrouwelijke leden en dat vrouwen in het bestuur een ander beleid had opgeleverd. Positieve actie werd aan sociale partners overgelaten en het heeft tot niets geleid. Arbeid en zorg werd aan sociale partners overgelaten en is uiteindelijk uitgemond in een wet. Omdat het niet opschoot. Ik herinner me nog de discussies met kaderleden begin 2000. Mannen van in de vijftig. Gewend aan het kostwinnerschap en aan een vrouw die thuis de boel regelde. Arbeid en zorg opnemen in de Cao? Nergens voor nodig, het ging toch prima zo? Dat hun dochters – en zonen – klem kwamen te zitten, ach… Zo ver was het nog niet.

 

De maatschappij is veranderd. Vakbonden hebben op dit vlak de boot gemist, te lang vastgehouden aan de behoudendheid van hun leden en te weinig oog gehad voor de leden die ze hadden moeten winnen. Jammer, het had zoveel mooier kunnen zijn.

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0